Orale toediening van herseneiwit in combinatie met probiotica induceert immuuntolerantie by way of de tryptofaanroute
Overmatige ontsteking leidt tot secundaire immuunschade na traumatisch hersenletsel (TBI). Het darmslijmvlies is een belangrijk onderdeel van immuuntolerantie vanwege de regulatie van de darm-hersenas, maar het genezende impact is niet optimaal. Darmdisfunctie schaadt de totstandkoming van immuuntolerantie bij patiënten met TBI. Daarom hebben we hersenen oraal toegediend administeredeiwit (BP) gecombineerd met probiotica om immuuntolerantie te induceren en onderzocht het mechanisme waarmee de homeostase van de microbiota bijdraagt aan de versterking van de genezende effecten door BP’s. Hierin hebben we aangetoond dat patiënten met TBI- en chirurgische hersenletsel (SBI) -modellen van ratten een duidelijke dysbiose hadden. Met title de darmbarrière, pro-inflammatoire cytokines en activering van microglia toonden aan dat overmatige ontstekingsschade beter onder controle kon worden gehouden in de gecombineerde groep (orale toediening van BP gecombineerd met probiotica) dan in de BP-groep (orale toediening van BP). Fundamenteel onthulde op tandem mass tag (TMT) gebaseerde kwantitatieve proteomics-analyse dat BP en probiotica bij voorkeur de Attempt-gerelateerde routes beïnvloeden.
Een reeks experimenten bevestigde verder dat de expressie van indoleamine 2,3-dioxygenase (IDO)/Kynurenine (Kyn)/Aryl-koolwaterstofreceptor (AhR) hoog was in de BP-groep, terwijl tryptofaanhydroxylase 1(TpH1)/5-hydroxytryptamine (5-HT ) alleen gewijzigd in de gecombineerde groep. Deze studie suggereert dat probiotica de werkzaamheid van orale BP-geïnduceerde immuuntolerantie by way of de Attempt-route kunnen verbeteren.
C-reactief eiwit tot albumine-ratio (CAR) als voorspeller van naadlekkage bij colorectale chirurgie
Achtergrond: Anastomotische lekkage (AL) is een van de ernstigste complicaties bij colorectale chirurgie. Momenteel zijn er geen voorspellende biomarkers van AL beschikbaar. Het doel van deze studie was om de rol van C-reactief proteïne (CRP) tot albumine- ratio (CAR) als voorspeller van AL te onderzoeken bij patiënten die een electieve operatie ondergaan voor colorectale kanker.
Materialen en methoden: Gegevens over 1183 opeenvolgende patiënten die operatief werden behandeld voor histologisch bewezen colorectale kanker in de chirurgische eenheden die bij het onderzoek waren betrokken, werden verzameld. Gegevens omvatten geslacht, leeftijd, BMI, ASA-score, Charlson-comorbiditeitsindex, lokalisatie, histologie en stadium van de ziekte, evenals bloedonderzoeken inclusief albumine en CRP op de 4e postoperatieve dag. Verschillen in CAR tussen patiënten die AL ontwikkelden en degenen die dat niet deden, werden geanalyseerd en het vermogen van CAR om AL te voorspellen werd onderzocht met ROC-analyse.
Resultaten: CAR was vital hoger bij patiënten met AL in vergelijking met die zonder, op de 4e postoperatieve dag. In ROC-analyse liet CAR een goed vermogen zien in het detecteren van AL (AUC 0.825, 95%CI: 0,786-0.859), groter dan die van CRP en albumine alleen. CAR toonde ook een hoog vermogen in het opsporen van postoperatieve sterfte (AUC 0,750, 95% CI 0,956-0,987). Deze bevindingen werden bevestigd in multivariate analyse, inclusief de meest relevante risicofactoren voor AL.
Conclusie: Onze studie toonde aan dat CAR, een goedkope en algemeen beschikbare laboratoriumbiomarker, adequaat AL en overlijden voorspelt bij patiënten die electieve chirurgie ondergingen voor colorectale kanker.

De rol van TRIM- eiwitten in PRR-signaleringsroutes en immuungerelateerde ziekten
Patroonherkenningsreceptoren (PRR’s) zijn een soort herkenningsmoleculen die voornamelijk tot expressie worden gebracht op aangeboren immuuncellen. PRR’s herkennen een of meer soorten pathogeen-geassocieerde moleculaire patronen (PAMP’s), die de productie van interleukine (IL), tumornecrosefactor (TNF), interferon (IFN) en andere verwante cytokinen induceren om immuungerelateerde ziekten te verergeren. PPR-signaalroutes spelen een belangrijke rol in zowel het aangeboren als het adaptieve immuunsysteem, en ze zijn gemakkelijk te activeren of te reguleren.
Tripartiete motief (TRIM) eiwitten zijn een groep van sterk geconserveerde eiwitten in structuur. De meeste TRIM-eiwitten bevatten het RING-domein, waarvan wordt gedacht dat het een rol speelt bij ubiquitinatie. TRIM-eiwitten zijn betrokken bij virale immuniteit, ontstekingsreactie, autofagie en tumorgroei. In deze overview richten we ons op de regulatie van TRIM-eiwitten op PRR-signaleringsroutes en hun rol bij immuungerelateerde ziekten.
Een fluorescerende moleculaire beeldvormingssonde met selectiviteit voor oplosbaar tau-geaggregeerd eiwit
Oplosbare vormen van geaggregeerd verkeerd gevouwen tau-eiwit, in het algemeen oligomeren genoemd, worden beschouwd als de meest toxische soorten van de verschillende assemblagetoestanden die de pathologische componenten zijn van neurodegeneratieve aandoeningen. Daarom bestaat er een kritische biomedische behoefte aan beeldvormende sondes die ze kunnen identificeren en kwantificeren. We hebben een nieuwe fluorescerende sonde, pTP-TFE , ontworpen en gesynthetiseerd waarvoor bindings- en selectiviteitsprofielen voor geaggregeerde tau- en Aβ-eiwitten werden beoordeeld. Onze resultaten hebben aangetoond pTP-TFE selectief voor vroege vormen van oplosbaar tau aggregaten met hoge affiniteit van dissociatieconstanten ( Ok d ) = 66 nM en tienvoudige selectiviteit ten opzichte volwassen tau fibrillen.
Verder vonden we dat pTP-TFE selectief is voor tau over Aβ-aggregaten en een goede celpermeabiliteit had. Deze selectiviteit van pTP-TFE naar vroege vormen van geaggregeerd tau-eiwit ex vivo werd ook ondersteund met onderzoeken naar humaan hersenweefsel dat tau- en Aβ-pathologie bevat. Voor zover wij weten, is dit het eerste fluorescerende molecuul waarvan wordt gemeld dat het deze vorm van selectiviteitsprofiel heeft, wat suggereert dat pTP-TFE een unieke kandidaat-probe is voor op beeldvorming gebaseerde detectie van vroege stadia van de ziekte van Alzheimer en andere tauopathieën.
Gereconstitueerde gecryopreserveerde bloedplaatjes synthetiseren eiwitten tijdens kortetermijnopslag en verpakken van een gedefinieerde subset in microvesicles
Achtergrond: Cryopreservatie van bloedplaatjes (PLT’s) zou de houdbaarheid kunnen verlengen tot jaren, vergeleken met dagen voor in vloeistof bewaarde bloedplaatjes. Vanwege hun grotere hemostatische impact zouden gereconstitueerde gecryopreserveerde bloedplaatjes (cryo-PLT’s) in staat zijn om bloedingsnoodgevallen te ondersteunen. Omdat eiwitsynthese is gekoppeld aan PLT-functies, zoals stolselvorming en immuunresponsen, werd de translationele capaciteit van gereconstitueerde cryo-PLT’s beoordeeld na ontdooien en kortetermijnopslag.
Methoden/materialen: Bloedplaatjes werden ingevroren bij -80°C met 5-6% DMSO. Na ontdooien werden ze gereconstitueerd in plasma en vervolgens verdeeld (12 ml) in minizakjes en beoordeeld gedurende 24 uur opslag bij kamertemperatuur. Eén serie diende als controle; de tweede en derde reeks werden verrijkt met ofwel 300 M puromycine (Pm) of 227 nM biotine-gelabeld Pm. Monsters werden getest op in vitro kwaliteit en PLT-microvesikeltelling door middel van flowcytometrie. Eiwitsynthese in cryo-PLT’s werd beoordeeld met behulp van een aangepaste methode op foundation van puromycine-geassocieerde proteomics in ontluikende keten.
Resultaten: In vitro parameters van gereconstitueerde en vervolgens opgeslagen bloedplaatjes waren constant met eerder gepubliceerde resultaten. Massaspectrometrieanalyses identificeerden dat 22 eiwitten werden gesynthetiseerd in PLT’s en 13 daarvan werden waargenomen in bloedplaatjesmicrovesicles (PMV’s).
Conclusie: Cryo-PLT’s kunnen eiwitten synthetiseren na reconstitutie en opslag . De ontdekking van een subset van deze eiwitten in de PMV suggereert een rol bij de inkapseling van blaasjes, mogelijk op een selectieve manier. Deze waarneming biedt nieuwe inzichten in de capaciteit voor eiwitsynthese in cryo-PLT’s en de mogelijke regulatie van eiwitverpakking in PMV.